Mantelzorg

Mantelzorg en Stichting V.C.S.A. Thuiszorg

Opeens ben je een mantelzorger en merk je dat het allemaal niet zo makkelijk meer gaat. Zorgtaken of huishoudelijke taken worden opeens wel erg veel. Om ondersteuning vragen kan lastig zijn omdat je zorg aan je naaste uit handen moet geven. Sommige mantelzorgers ervaren het daarom als een teken van zwakte en afhankelijkheid.

Dit is het zeker niet! Ondersteuning vragen betekent alleen dat u zelfkennis en daadkracht hebt. Het is zeker geen teken van hulpeloosheid, integendeel; het bewijst dat u in staat bent verantwoordelijkheid te nemen voor uw naaste. Door geen hulp te vragen als het nodig is doet u uzelf te kort. Het lucht enorm op als iemand anders, al dan niet tijdelijk, de zorgtaken uit uw handen neemt. Dat maakt het leven direct al een stuk lichter.

Mantelzorgbeleid

Inleiding

Een goede relatie tussen de zorgvrager, de mantelzorger en de medewerker(s) van Stichting V.C.S.A. Thuiszorg draagt bij aan het leveren van kwalitatief verantwoorde zorg. Kwaliteit van leven wordt o.a. bepaald door het hebben van zinvolle relaties. Mantelzorgers maken deel uit van het sociale netwerk van de zorgvrager. Mantelzorgers zijn onmisbaar voor de zorgvrager en verdienen ondersteuning en begeleiding bij het uitvoeren van hun zorg- en ondersteuningstaken. Daarnaast verandert de samenleving, de overheid treedt verder terug en zorgvragers moeten vaker een beroep doen op hun eigen netwerk. Stichting V.C.S.A. Thuiszorg heeft beleid ontwikkeld waarbij mantelzorg en professionele zorg wordt afgestemd en elkaar aanvult, o.a. door wederzijds de verschillende perspectieven en rollen duidelijk te maken.

Definitie

Mantelzorg is een overkoepelend begrip voor vormen van meer dan gebruikelijke zorg, die partners, ouders, kinderen, familieleden, vrienden en buren aan elkaar geven. Mantelzorgers bieden zorg omdat ze een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. Dit in tegenstelling met de inzet van een vrijwilliger die voort vloeit uit de wens om zich voor mensen in te zetten met wie hij op dat moment nog geen sociale relatie heeft.

Doel

Het beleid van Stichting V.C.S.A. Thuiszorg is er op gericht dat ondersteuning door mantelzorgers en de werkzaamheden van professionele zorgverleners elkaar aanvullen zodat dit ten goede komt aan zowel de kwaliteit van leven van de zorgvrager, als aan het leveren van kwalitatief hoogstaande zorg. Medewerkers nemen geen zorg of behandeling over die zorgvragers zelf of met inzet van hun mantelzorgers zelf kunnen. Voorwaarde daarvoor is een goede samenwerking: medewerkers van Stichting V.C.S.A. Thuiszorg schatten de waarde van de ondersteuning door mantelzorgers op juiste wijze in, gaan respectvol en invoelend met de mantelzorgers om. De medewerkers zorgen ervoor dat de mantelzorgers de professionele verantwoordelijkheden van de medewerkers kennen en respecteren.

Beleid

Mantelzorgers vormen een belangrijke continue factor in het leven van zorgvragers. Zij hebben vaak een emotionele band die langere tijd bestaat en intensief is. Mantelzorgers hebben vaak veel ervaringsdeskundigheid opgedaan die zij ook na inzet van professionele zorg in de thuissituatie kunnen/willen/moeten blijven inzetten.

In het bijzonder bij zorgvragers met cognitieve problemen zijn mantelzorgers veelal een informatiebron voor de professionals over de historische achtergrond van de zorgvrager. Daarnaast kunnen zij ook betrokken zijn bij het nemen van beslissingen over de zorg (indien zij vertegenwoordiger zijn).

Mantelzorgers en professionele zorgverleners bekijken echter per definitie de zorg vanuit verschillend perspectief. Mantelzorgers zijn in de eerste plaats partner, kind of hebben een andere relatie met de zorgvrager. Zij hebben naast de zorgtaken vaak ook nog een rol in het emotioneel ondersteunen en het behartigen van de belangen van de zorgvrager. Zij zijn zelf emotioneel betrokken bij hoe het met de zorgvrager gaat. Formele zorgverleners hebben naast hun menselijke betrokkenheid te maken met opgelegde kwaliteitskaders, richtlijnen en organisatorische beperkingen. Deze verschillende perspectieven en belangen kunnen conflicteren. Communicatie hierover met elkaar is essentieel.

Handelswijze

De ondersteuning door en het betrekken van mantelzorgers begint bij de intake voor de zorgverlening. Dit bestaat uit het afstemmen van de zorg op de behoefte van de zorgvrager en de mantelzorger. Er worden concrete afspraken gemaakt over welke verzorging- en eventueel verpleegtaken de mantelzorger wil en kan uitvoeren. Afspraken en evaluaties worden altijd vastgelegd in het zorgleefplan van de zorgvrager.

Samenwerken en afstemmen

De mantelzorger wordt beschouwd als een ervaringsdeskundige. Zij /hij heeft veel informatie over de wensen en behoeften van de zorgvrager

  • De situatie van de mantelzorger in relatie tot de zorgvrager wordt in kaart gebracht: elke hulp geeft/ gaf de mantelzorger voordat formele zorg werd ingezet. Welke hulp de mantelzorger blijft of gaat geven.
  • Op een structurele manier wordt contact tussen een vaste contactpersoon en de mantelzorger georganiseerd. Vraag hoe de zorg verloopt en of er iets veranderd is met betrekking tot haar of zijn grenzen. De afspraken over contactmomenten worden vastgelegd in het zorgleefplan. Het afsprakenblad familie/mantelzorgers in het zorgvrager dossier kan hierbij een hulpmiddel zijn.
  • Mantelzorgers worden in staat gesteld om alle taken te vervullen die zij doen. Tenzij de medewerker van mening is dat dit ten koste gaat van verantwoorde zorg.
  • Rekening wordt gehouden met zowel de positie van de zorgvrager als met die van de mantelzorger.
  • De grenzen aan mantelzorg worden aangegeven door de mantelzorger of door de medewerker.

Ondersteuning

De ervaring leert dat mantelzorgers bij dreigende overbelasting dikwijls te laat hulp inroepen. Om dit te voorkomen wordt op verschillende manieren bekendheid gegeven aan ondersteuningsmogelijkheden en vervangende zorg (respijtzorg).

  • Gelet wordt op vroegtijdige signalen van overbelasting bij mantelzorgers
  • Rekening wordt gehouden met dat het verlenen van mantelzorg de relatie tussen zorgvrager en mantelzorger (wederzijds) onder druk kan zetten.
  • De ondersteuning van mantelzorgers wordt geïntegreerd in bestaande instrumenten: intake, evaluatie, zorgleefplan en multidisciplinair overleg.
  • Gevarieerde ondersteuningsmogelijkheden worden geboden, die tijdig, flexibel, toegankelijk en op maat zijn.
  • Tijdig wordt informatie en voorlichting verstrekt over het zorgproces, ziektebeeld en hoe daarmee om te gaan.
  • Er wordt aangegeven wat in noodsituaties gedaan kan worden.
  • Op basis van de verkregen informatie van en in samenspraak tussen de vaste contactpersoon en de mantelzorgers wordt indien van toepassing een aanbod van ondersteuning (emotionele steun, informatie en advies, praktische of instrumentele steun) ten behoeve van mantelzorgers bepaald.
  • Deskundigheid (m.b.t. de ziekte, zorg of behandeling van de zorgvrager) van de mantelzorgers wordt bevorderd. Dit leidt tot meer zekerheid bij hen en een afname van vragen, ook op langere termijn.
  • Informatie over mantelzorgondersteuning buiten de zorginstelling (sociale kaart) wordt gegeven.
  • De privacy in het contact tussen mantelzorger en de zorgvrager wordt gewaarborgd (zie privacybeleid).

Juridische aspecten

De juridische positie van Stichting V.C.S.A. Thuiszorg ten opzichte van een mantelzorger is wezenlijk anders dan ten opzichte van een vrijwilliger. Een vrijwilliger wordt door Stichting V.C.S.A. Thuiszorg ingeschakeld om aanvullend te zijn op de professionele zorg. Een mantelzorger wordt niet ingeschakeld door Stichting V.C.S.A. Thuiszorg. De betrokkenheid van de mantelzorger vloeit direct voort uit de sociale/emotionele betrokkenheid met de zorgvrager.Stichting V.C.S.A. Thuiszorg is (daarom in principe) niet verantwoordelijk voor het handelen van de mantelzorger. Stichting V.C.S.A. Thuiszorg heeft wel de verantwoordelijkheid om er op toe te zien dat mantelzorgers hun taken verantwoord uitvoeren en zal, indien nodig, de zorg overnemen. Bij de indicatiestelling voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding wordt rekening gehouden met de werkzaamheden die mantelzorgers verrichten. De beleidsregels indicatiestelling ZvW/ WMO gaan ervan uit dat mensen die samen een huishouden voeren, elkaar helpen als dat nodig is. Dit komt tot uitdrukking bij het stellen van indicaties voor de functies persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. Voor taken die huisgenoten normaal gesproken op zich nemen, wordt geen indicatie voor ZvW/ WMO zorg gegeven, ook niet als de betrokkenen feitelijk niet bereid zijn om die hulp te verlenen. De zorg die huisgenoten geacht worden elkaar te bieden, wordt in de beleidsregels aangeduid met de term ‘gebruikelijke zorg’. Mantelzorgers zijn bij de uitvoering van hun werkzaamheden niet gebonden aan de regels die gelden voor beroepskrachten.

Wet BIG

Volgens de Wet BIG mogen voorbehouden handelingen alleen worden uitgevoerd door medewerkers die daartoe bekwaam zijn en die daartoe een opdracht van een arts hebben ontvangen. Het gaat hier om de in de wet BIG opgesomde handelingen die, verricht door niet- deskundigen, onverantwoorde risico’s voor de gezondheid van de zorgvrager opleveren. Hoewel de wet BIG niet van toepassing is op mantelzorgers wordt ten aanzien van mantelzorgers hetzelfde beleid gevoerd als bij verzorgenden die niet bevoegd en bekwaam zijn. Dit betekent dat indien mantelzorgers niet bekwaam zijn in het uitvoeren van betreffende handelingen, Mirannho-Zorg er zorg voor draagt dat de mantelzorger hierin wordt geschoold, en controleert of de handeling juist wordt uitgevoerd. Een mantelzorger kan dus bijvoorbeeld injecties geven aan degene die hij verzorgt, ondanks dat injecteren een voorbehouden handeling is. Vandaar dat het instrueren van mantelzorgers bij het injecteren een onderdeel kan zijn van de ZvW-functie verpleging. Als de mantelzorger onverhoopt een fout maakt bij het injecteren van de zorgvrager is hij daarvoor zelf verantwoordelijk.

Geheimhouding

Medewerkers van Stichting V.C.S.A. Thuiszorg zijn verplicht tot geheimhouding. Dit kan de communicatie met mantelzorgers belemmeren, terwijl afstemming met de mantelzorg juist van groot belang kan zijn om goede zorg te bieden. De zorgvrager moet toestemming geven om bepaalde personen te informeren over zijn gezondheidstoestand. Hiermee wordt de geheimhoudingsplicht ten opzichte van die personen opgeheven. Om misverstanden te voorkomen, wordt in het zorgdossier genoteerd dat de zorgvrager hiervoor toestemming heeft gegeven en aan welke personen informatie gegeven mag worden.

Vertegenwoordiging

Het feit dat iemand mantelzorger is, wil niet zeggen dat hij de zorgvrager kan vertegenwoordigen als deze wilsonbekwaam is. Een wilsonbekwame zorgvrager wordt bij de uitvoering van een geneeskundige behandelingsovereenkomst vertegenwoordigd door zijn curator of mentor. Als de wilsonbekwame zorgvrager geen curator of mentor heeft, wordt hij vertegenwoordigd door degenen die hij daartoe schriftelijk heeft aangewezen toen hij nog wilsbekwaam was. Ontbreekt ook diegene dan kan een wilsonbekwame zorgvrager worden vertegenwoordigd door achtereenvolgens: diens echtgenoot; diens geregistreerd partner of andere levensgezel, dan wel door diens ouder, kind, broer of zus. Bepalend voor de vraag of iemand een wilsonbekwame zorgvrager kan vertegenwoordigen, is niet of diegene mantelzorger is maar of hij één van de zojuist genoemde hoedanigheden bezit.

De WGBo bepaalt dat een hulpverlener zijn verplichtingen ten opzichte van een wilsonbekwame zorgvrager nakomt tegenover diens vertegenwoordiger. Dat houdt bijvoorbeeld in dat de toestemming van de vertegenwoordiger nodig is voor wijzigingen in het zorgleefplan. Op deze hoofdregel maakt de WGBo een uitzondering. Een hulpverlener hoeft zijn verplichtingen ten opzichte van de vertegenwoordiger niet na te komen als nakoming onverenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener. Hulpverleners hebben dus een eigen verantwoordelijkheid bij de zorg voor wilsonbekwame zorgvragers.

Bij meningsverschillen met een vertegenwoordiger gaat goed hulpverlenerschap daarom boven de wens van de vertegenwoordiger. Met andere woorden, een vertegenwoordiger kan een hulpverlener niet dwingen tot een handeling die de hulpverlener in strijd acht met goed hulpverlenerschap.

Klachtenreglement

De Wet klachtrecht zorgvragers zorgsector bepaalt dat iedere zorgaanbieder moet regelen hoe klachten worden behandeld over gedragingen ten opzichte van zorgvragers. In ons klachtenreglement is opgenomen dat familieleden en andere naaste betrekkingen een klacht kunnen indienen over gedragingen ten opzichte van hen. Uiteraard verdient het in de regel de voorkeur dat klachten van mantelzorgers worden opgelost in overleg met degene die de klacht heeft veroorzaakt of diens leidinggevende. Als dit overleg niet tot een oplossing leidt, of als de mantelzorger onvoldoende vertrouwen in deze medewerkers heeft, kan hij de klachtencommissie vragen een oordeel te geven over de klacht.

Borging

Extramuraal is het de verantwoordelijkheid van de zorgcoördinator om vastgesteld beleid op het gebied van mantelzorg uit te voeren. De uitvoering bestaat uit:

  • De erkenning van de mantelzorger als ervaringsdeskundige ten aanzien van zijn/haar relatie met de zorgvrager. Deze respecteren als serieuze samenwerkingspartner.
  • Medewerkers indien nodig wijzen op en scholen voor hun taak in de signalering van de ondersteuningsbehoefte van de mantelzorger en het omgaan met mantelzorgers
  • Medewerkers op de hoogte brengen van de mogelijkheden tot ondersteuning
  • Een zorgdossier dat ruimte biedt voor de mantelzorger (afsprakenblad familie/mantelzorger)

Voor de medewerker die belast is met de coördinatie rond de zorgvrager betekend dit:

  • De mantelzorger betrekken bij het opstellen van het zorgleefplan (onderdeel van het zorgdossier) (Alleen bij toestemming van de zorgvrager)
  • De taken van de mantelzorg opnemen in het zorgleefplan
  • De behoefte aan ondersteuning inventariseren (zorgvragers informeren over het centrum mantelzorg)
  • De mantelzorger een passend aanbod aan ondersteuning bieden
  • Bovengenoemde punten opnemen in de evaluatie en voorbereiding van de zorgvrager bespreking in het MDO en vastleggen in het zorgdossier